Skip to main content

Stolperstein voor verzetsheld Henri Schepers

  • Afbeeldingen | Bron: Werkgroep Stolpersteine Meerssen, Historiehuis van de Maasvallei, Pierre Reubsaet, Monique Reubsaet-Wouters, wikipedia, Traces Of War, De Limburger (embedded) ©

Foto boven: hier werd Henri Schepers geboren, bij de ronde boog, Op de Berg 6 in Elsloo

Woensdag 4 mei 2022 is voor zijn geboortehuis Op de Berg 6 in Elsloo, het huidige Streekmuseum, een Stolperstein gelegd voor de Elsloose verzetsheld Henri Schepers.
Henri werd in Elsloo geboren op 21 december 1914 en op 18 augustus 1944 in de val gelokt en vermoord in Meerssen. Lees zijn verhaal hieronder.

De Stolperstein werd gelegd door zijn neven Jo Schepers en Paul Wouters. Naast toespraken door burgemeester Leurs-Mordang en streekhistoricus Guus Peters, werden ook enkele muzikale intermezzo's gespeeld door familieleden.
Het is overigens de eerste en tot dusver enige Stolperstein in Elsloo.

Op 23 april jongstleden werd bij Beekstraat 22a in Meerssen, zijn woonadres in 1944, door het plaatselijk comité ook een Stolperstein voor Henri Schepers gelegd.

Elsloo stolperstein Henri Schepers collage Pierre Reubsaet

Foto's Pierre Reubsaet

Stolperstein Henri Schepers neven

De initiatiefnemers Paul Wouters (links) en Jo Schepers bij de Stolperstein van hun oom Henri Schepers (Foto: Monique Reubsaet-Wouters)

Lees meer …Stolperstein voor verzetsheld Henri Schepers

Bewoningsgeschiedenis van Elsloo in de 18e en 19e eeuw

  • Afbeeldingen | Bron: Aezel project, Historiehuis van de Maasvallei ©

Onder de vleugels van het Euroregionaal Historisch Centrum wordt al sedert 2010 hard gewerkt aan de reconstructie van de bewoning in de 18e en 19e eeuw in onze streek, waaronder het oude Elsloo. Inmiddels is Elsloo al in kaart gebracht en zichtbaar op de website www.aezel.eu

De AEZEL- website https://aezel.eu is in maart 2023 vernieuwd en verbeterd. Naast een totale software-revisie zijn de keuze- en zoekmogelijkheden nu aanzienlijk verbeterd.
AEZEL biedt ook de mogelijkheid voor bijv. heemkundeverenigingen en particulieren om zelf verzamelingen (zoals audio-, foto-, film-, schilderijen-, tijdschriften-, boeken- en museale verzamelingen) en verhalen te plaatsen.

Je kunt op twee manieren zoeken, grofweg door op de website naar Geografie te gaan en vervolgens naar Minutenplans en kies daar de woonplaats, in dit geval Elsloo. Je kunt heel gedetailleerd inzoomen en kiest bijvoorbeeld voor het pand Maasberg 4 en je kunt zien hoe de kadastrale kaart in 1817 uitzag en middels het OAT zien wie daar in vorige eeuwen gewoond heeft! 

Maar je kunt ook gelijk gedetailleerd inzoomen via ZOEKEN, bijvoorbeeld "Janssen" in Elsloo en je krijgt dit resultaat >> 
Van daaruit kun je in de kaart klikken op de oranje gekleurde percelen en je krijgt de eigenaar en andere details anno 1842.
Interessant dat je ook kunt zoeken op beroep en je ziet waar bijvoorbeeld "schippers" woonden.
Ter oriëntatie staat in de kaart op de achtergrond standaard een topografische kaart met de actuele wegenstructuur, waarbij je kunt constateren dat in heel veel gevallen de oude veldwegen gevolgd zijn. Overigens kun je ook een andere achtergrond kiezen, zoals bijvoorbeeld een satelietkaart.

Kaart Elsloo 1817 700x438

De kaart dateert uit 1817 - klik voor vergroting - het spoorweg tracé werd er in latere jaren aan toegevoegd

Voor dit project wordt als basis uitgegaan van de eerste kadastrale kaarten die reeds in 1817 getekend zijn maar pas officieel zijn geworden in 1842.
Hierop staat iedere perceel, huis, straat, beek en poel precies uitgetekend en genummerd. Hoe de bewoning in 1842 was, is exact omschreven in de bij die tekening horende Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels, kortweg OAT's genoemd. 
In de loop van de tijd is daar natuurlijk vaak en veel veranderd. Dit is vastgelegd in Persoonlijke Kadastrale Leggers, PKL's genoemd. Hierin is opgetekend wat er met elk perceel is gebeurd in de loop van de tijd zoals; vererving, koop, verkoop, opdeling, samenvoeging, etc.. Door deze veranderingen zijn natuurlijk ook de oorspronkelijk tekeningen gewijzigd. Door in de computer deze veranderingen over te tekenen en daaraan de veranderingen van eigenaar etc. etc. te koppelen wordt zichtbaar gemaakt hoe in de loop van de tijd Elsloo van enkele straten en weinige woningen verandert in een welvarend en prachtig maasdorp.

Om dit project ook in Elsloo uit te voeren zijn de bestaande gegevens van OAT's,  PKL's en Stambomen (opgebouwd uit persoonsgegeven van vroeger) ingevoerd in computerbestanden en daarna gekoppeld aan de kadastrale tekeningen. Zo is de bewoning van Elsloo in 1842 toegankelijkheid en inzichtelijk gemaakt.

KadastraleKaart 1842 700x1121

OAT uit 1842

Elsloo digitaal toegankelijk 
Zo zijn de gegevens van personen uit het verleden compleet beschikbaar in het “Stamboom Informatie Centrum Stein”. Ook alle OAT's zijn reeds gedigitaliseerd. Zelfs gegevens uit de tijd voor het kadaster (1757 tot 1800) zijn reeds toegankelijk gemaakt. Inmiddels zijn ook de PKL gegevens ingevoerd en de kadastrale kaarten van de jaren na 1800 ingetekend. Tientallen vrijwilligers hebben hier bijna een dagtaak aan, waaronder ook een aantal mensen uit Stein en Elsloo. 

Kijk ook eens op: 

Alle Limburgers

Nationaal Archief

Cultuurhistorie Stein in kaart gebracht

Historische Waardenkaart Stein

 Elsloo Aezel project 03

Archeologisch speerpunt "Verdronken kasteel" in Elsloo

Een verdronken kasteel uit de middeleeuwen. Je kunt het virtueel bezoeken op de plek waar het ooit stond: in Elsloo. Daar staat een nieuw archeologisch speerpunt: een ijzeren speer in het landschap die als toegangspoort naar het verleden dient. Met een mobiele telefoon duik je in de geschiedenis van het verdronken kasteel en is het zelfs in 3D te bekijken. Je vindt het verdronken kasteel en de speer hier >

Het archeologische speerpunt 6 in Elsloo is een van de 10 nieuwe speerpunten over het leven aan de Maas, die deel uitmaken van de Archeo Route Limburg. Download de Archeo Route Limburg 2.0 app gratis in de App store of Google play.

Opening
Het Speerpunt werd op vrijdag 6 mei 2022 officieel geopend en in gebruik gesteld door wethouder Gina van Mulken. Voorafgaand werd in het Streekmuseum de geschiedenis van het kasteel en omgeving toegelicht door Ellen Vreenegoor (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) en Guus Peters (streekhistoricus). De app die middels een QR-code aan het speerpunt verbonden is, werd ter plaatse uitgelegd door Joep Steinhage (Limburg Marketing) Tenslotte droeg Roos Smeets haar prachtig gedicht over de Maas voor.

Archeo speerpunt Elsloo opening 06.05.2022

Kasteel onder water
Ooit was kasteel Elsloo een imposant bouwwerk waarmee de heer van Elsloo zijn macht kon afdwingen. Hij oefende controle uit over de omgeving en vroeg tol aan passerende schepen op de Maas. Maar uiteindelijk won de rivier het van het kasteel. De Maas schoof langzaam op en het kasteel verdween onder water. Daar bevinden zich de resten nu nog steeds. 

kasteel1.3

Foto boven: de resten van het kasteel in het midden van de Maas.

Foto boven: de resten liggen precies op de grenslijn tussen Nederland en België
(met dank aan www.ooitaandemaas.be - embedded)

Foto onder: de resten van het verdronken kasteel in de Maas met op de achtergrond de in 2010 gesloopte buurtschap De Hal nabij Kotem op de Belgische oever. Aangemeerd ligt het inmiddels ook opgedoekte voetveertje Elsloo-Kotem.

Elsloo Kasteelruine Maas Willem Pesch 001 2

Elsloo Kasteelruine Maas Willem Pesch 002

Onderwaterarcheologen
In 2004 onderzochten onderwaterarcheologen de restanten. Die waren in de loop van de eeuwen aardig verspreid geraakt, ook door de aanleg van het Julianakanaal. Maar de gestapelde stenen met de mortel er nog tussen laten in ieder geval zien hoe indrukwekkend het kasteel van Elsloo ooit geweest moet zijn. Althans, voor wie onder water gaat kijken. Vanaf 6 mei kun je ook met droge voeten de geschiedenis van het kasteel beleven. Het nieuwe archeologische speerpunt biedt elke voorbijganger de kans om via augmented reality op zijn telefoonscherm het verdronken kasteel te ontdekken. Hierbij wordt een digitaal beeld – vaak een 3D animatie – over de werkelijkheid geplaatst. Je verrijkt (augment) de fysieke wereld met digitale informatie.

Meer over het verdronken kasteel oftewel de burcht in de Maas > https://elsloo.info/kasteel-van-elsloo/213-deel-1-de-oude-burcht-van-elsloo-in-de-maas

Onder: Het slot van Elsloo in de Mase gefallen. (detail kaart van Graafschap Rekem 1620)

Kasteel Elsloo1628 1.1 2

Rijke cultuur en historie op kaart gezet

De gemeente Stein heeft een rijk verleden. Als één van de eerst bewoonde streken van Nederland zijn er al tal van archeologische vondsten gedaan, en barst deze streek van het bijzonder erfgoed. Tot voor kort werd dit echter amper beschermd, met het verdwijnen van waardevolle gebouwen en elementen tot gevolg. Om ook dát tot het verleden te laten behoren, is vijf jaar geleden het Erfgoedproject Stein van start gegaan. Dat project wordt binnenkort afgerond.

Wethouder Gina van Mulken (sport, cultuur, recreatie & toerisme): “Wat begon met het idee voor het ‘simpelweg’ aanwijzen van gemeentelijke monumenten, mondde uiteindelijk uit in een toonaangevende cultuurhistorische waardenkaart van de gemeente Stein. En dat was nodig: in 2016 telde Stein maar weinig erkend erfgoed. Best vreemd voor een gemeente met een groot historisch verleden.”

Unieke landschapsontwikkeling
Dankzij waardevolle samenwerkingen met meerdere historische verenigingen is de ruimtelijke geschiedenis van Stein in beeld gebracht. Niet alleen de ontwikkeling van de kernen, maar ook het landschap maakte hier deel van uit. Want ook dát is bijzonder in deze gemeente. In Stein komen het Heuvelland, de Maasvallei en het Graetheideplateau – drie landschappen met elk een eigen karakter – op een natuurlijke manier samen. In een landschapsbiografie is precies inzichtelijk gemaakt hoe het landschap zich heeft ontwikkeld.

Bijzondere verhalen
Hoewel erfgoed theoretisch over stenen gaat, gaat het natuurlijk écht over de eeuwenoude verhalen die deze vertellen. En in dit geval, het bijzondere verhaal van Stein. Als je weet hoe het landschap, de kernen en bebouwing zich ontwikkeld hebben, herken je de historische elementen die nog behouden zijn en weet je ze op waarde te schatten. Bij al die elementen hoort een verhaal en die willen we bewaren. 

Onderlinge verbanden zoeken
Bij de start van het project is Buro4 als specialist op het gebied van erfgoedzorg ingeschakeld. Door het erfgoedproject groots aan te pakken konden alle aspecten – stenen, landschap, monumenten en meer – in samenhang met elkaar worden onderzocht. “Het totaalplaatje en de onderlinge verbanden leverden veel nieuwe inzichten op”, vertelt Har van der Borgh, Buro4. “Ook de hulp van de inwoners was onmisbaar: tijdens één van de informatieavonden kwam bijvoorbeeld aan het licht dat er bij graafwerkzaamheden in Stein oud muurwerk was gevonden, op de plaats waarvan we al vermoedden dat er een vluchtburcht was geweest. Door al die gegevens te combineren schoof het geheel langzaam maar zeker in elkaar.”

Cultuurhistorische waardenkaart
Het uitvoerige onderzoek heeft geleid tot een cultuurhistorische waardenkaart die uniek is in Nederland, en als voorbeeld dient voor andere gemeentes. De kaart is niet alleen een naslagwerk van het te beschermen erfgoed, maar het is ook een startpunt voor een nieuwe manier van omgaan met historie en cultuur.

Erfgoed (h)erkennen staat hierbij voorop – de waarde van onze geschiedenis moet de aandacht krijgen die het verdient. Dat doen we door het erfgoed te beschermen en de huidige kwaliteit te verbeteren.

Beschermen van waardevol erfgoed
Wethouder Danny Hendrix (fysieke leefomgeving): “Om het waardevolle erfgoed te beschermen, wordt er een bestemmingsplan opgesteld. Het bijzondere van dit bestemmingsplan is dat al het ruimtelijk erfgoed is meegenomen. Zo is de historische infrastructuur en het waardevolle groen nu ook beschermd. Het plan bevat regels over hoe om te gaan met beschermd erfgoed. Het bestemmingsplan ligt medio april ter inzage. Mochten er zienswijzen worden ingediend, dan worden deze meegenomen in de definitieve vaststelling.”Trots op Stein
Tot slot is er ook speciale aandacht voor de beleving van deze culturele schatten. Zo is er de wens om monumenten toegankelijker te maken, zodat zowel bewoners als toeristen er op de best mogelijke manier van kunnen genieten.

Kijk HIER voor de cultuurhistorische waardenkaart.

Stein cultuurhistorische waardenkaart

Erfgoedbeleid

De gemeenteraad heeft het erfgoedbeleid vastgesteld. Belangrijk om te weten is dat het waardevolle erfgoed door middel van een bestemmingsplan beschermd gaat worden. Dit plan bevat regels over hoe om te gaan met beschermd erfgoed. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het bestemmingsplan. Naar verwachting zal het bestemmingsplan begin april ter inzage worden gelegd.

Cultuurhistorische waardenkaart

Het geselecteerde cultuurhistorisch erfgoed is in één overzicht te bekijken via de digitale waardenkaart. Klik hier om de waardenkaart te openen >

Tips bij het gebruiken van de waardenkaart:

  • Klik op legenda en schakel alle lagen uit. Zo kun je makkelijk de lagen aanvinken die je wil bekijken.
  • Links onderin staat een kleine plattegrond. Door hierop te klikken kun je kiezen voor een satelliet- of straatweergave. Op die manier zijn ook de straten en straatnamen zichtbaar.
  • De waardenkaart werkt het beste in Google Chrome.

Selectie waardevol erfgoed

In 2016 zijn we gestart met het Erfgoedproject Stein. In de afgelopen jaren is veel werk verricht om de identiteit en unieke kwaliteiten van Stein in beeld te brengen. Met name historische verenigingen hebben een waardevolle bijdrage geleverd aan het in beeld brengen van de ruimtelijke geschiedenis van Stein en inventarisatie van het erfgoed. Uniek hierbij is dat niet alleen gebouwen en historische nederzettingsstructuren zijn meegenomen maar ook het landschap, historisch groen en overig erfgoed. Dit houdt in dat er rekening is gehouden met het gehele ruimtelijke erfgoed waarbij het totaal van de cultuurhistorische waarden onder de loep is genomen.

In memoriam: Harie Rouvroye

  • Afbeeldingen | Bron: Historiehuis van de Maasvallei ©

"Harie van de veldwachter" 1928 - 2018

Afgelopen vrijdagmorgen 13 juli 2018 is Harie Rouvroye overleden. Het droevige nieuws bereikte ons tijdens de bestuursvergadering later die dag.

Het contrast kon niet groter zijn: tijdens de vergadering was er een positieve en optimistische stemming over het inrichten van de nieuwbouw, de opening van de tentoonstelling op 1 juli j.l. en de plannen voor de toekomst. En dan het bericht dat Harie, na een korte opname in het ziekenhuis in Geleen, onverwacht overleden is.

Harie Rouvroye

Harie was in zijn negentigste levensjaar. Hij was de zoon van de veldwachter en woonde in een ambtswoning die deel uitmaakte van het gemeentehuis. Hij was een nakomertje en had een zus en een broer die meer dan tien jaar ouder waren. Zelf zei hij hierover: “ik ben nooit kind geweest” en “buiten was het voor mij te doen”

Het respect voor zijn ouders en met name zijn vader was groot. Met enige trots vertelde hij regelmatig hoe ”d’n ouwe hjiér” wetten en gezag in het dorp handhaafde, voor niemand bang was en ook de bezetter tijdens de oorlogsjaren regelmatig trotseerde.

De jonge Harie had al snel veel interesse in geschiedenis en begon al jong met verzamelen. Daarbij werd hij gesteund door de overbuurman, onderwijzer Van Mulken die hem altijd voor hield dat niet één, niet twee maar minstens drie bronnen nodig waren om een verhaal te vertellen dat op waarheid berustte.

Bij het zwerven door het dorp sloeg Harie alles op wat hij zag en in het vooroorlogse Elsloo was dat veel. Het dorp veranderde door de komst van de staatsmijn Maurits en de aanleg van het Julianakanaal. De economische crisis van de jaren twintig en dertig, de opkomst van de N.S.B. en de toenemende spanningen in Europa lieten ook hun sporen achter. De jonge Harie lette goed op als ten gemeentehuize of thuis de grote problemen van Europa besproken werden. De basis voor zijn nieuwsgierigheid en interesse werd daar nog verstevigd.

Bij het verzamelen schuwde Harie het niet risico’s te nemen. Als hij zijn vader moet helpen op 10 mei 1940 (na de overgave van de Nederlandse soldaten bij het Julianakanaal) overgebleven wapentuig op te ruimen, verstopt hij een geweer in zijn broek, neemt het mee naar huis en verstopt het op zolder. Daar ligt al de stafkaart over de Duitse inval die hij mee genomen heeft uit een Duitse legertruck die voor het gemeentehuis geparkeerd stond.

Na de lagere school ging Harie naar de ambachtsschool in Sittard. Na het halen van zijn diploma begon hij op het SBB in Geleen. Via de vakschool van DSM en het tegelijkertijd volgen van avondschool kwam hij uiteindelijk op de tekenkamer terecht. Uiteindelijk heeft hij vierenveertig jaar voor DSM gewerkt.

Naast geschiedenis had de natuur Harie’s aandacht en was bijna vanzelfsprekend dat hij na zijn pensionering bestuurswerk ging doen voor het IVN en het Streekmuseum. Verder was hij lid van de heemkundevereniging in Elsloo. Door zijn interesse voor geschiedenis en met name de Tweede Wereldoorlog werden alle vrije tijd en reizen besteed aan de hobby. Elke reis had een doel en moest leiden tot een vergroting van de collectie of verdieping van de kennis.

Thuis op zolder ontstond een waar museum, door Hary steevast “de stelling” genoemd. Hier trok hij zich tot voor kort elke avond terug om te schrijven, het internet af te struinen naar foto’s of onbekende literatuur en om te communiceren met de vele netwerken waar hij lid van was. Hij kon glunderen van trots als hij voldoende bronnen had gevonden om een waarheidsgetrouw verhaal te vertellen.

Harie’s betekenis voor het museum is enorm. Samen met Harrie Dobbelstein, Louis Schreurs en Jan Pijpers heeft hij aan de basis gestaan van de eerste vernieuwing van het museum begin jaren negentig. De collectie werd geïnventariseerd en gereorganiseerd en op een moderne wijze tentoongesteld. In 1999 werd de aanbouw gerealiseerd, de huidige jaren vijftig keuken. Twee maal stelde hij met zijn verzameling een prachtige expositie over de Tweede Oorlog samen.
Samen met Louis Schreurs schreef hij een boek over de aanleg van het Julianakanaal. Ook verscheen een werk over de oorlogsjaren. Met Jan Pijpers en Jac Meijers werden de eerste plannen voor nieuwbouw voor de oorlogscollectie en een depot gemaakt. Enkele jaren geleden besloot hij zijn complete verzameling aan het museum te schenken.

Het realiseren van de nieuwbouw heeft vijftien jaar op zich laten wachten. Het is mooi te zien dat de oorspronkelijke plannen van Harie als basis gediend hebben voor het gebouw dat er nu staat. Ook liet Harie blijken dat inzichten over inrichten van musea veranderen en schroomde hij het niet zijn mening te geven. Harie kon rechtlijnig en soms zwart wit zijn. Dat was niet altijd even makkelijk en heeft weleens tot botsingen geleid. Maar het museum bleef hem altijd dierbaar. Elke donderdagmiddag zat hij op zijn praatstoel en wist iedereen die een vraag had over een foto, een document of een gebeurtenis hem te vinden.

De afgelopen weken heeft hij samen met Piet Pijpers de deeltentoonstelling “10 mei 1940 de Duitse inval“ samengesteld in de naar hem genoemde zaal. Met veel energie en veel moderne ideeën. De opening van de nieuwbouw en de tentoonstelling was een droom die uit kwam en hem emotioneel raakte. Dat bleek tijdens de korte toespraak die hij hield. Enkele dagen later vertelde hij enorm trots te zijn en dat de cirkel rond was.

Het Streekmuseum en de Maasstreek verliezen “eine richtige Maaskentjer” met een enorme betekenis voor het cultureel historisch erfgoed van de streek.

Bestuur en medewerkers wensen de familie veel sterkte.

Oranje Fonds beloont project ‘Wètste nog’

Steins project ‘Wètste nog’ uitverkozen uit selectie van maar liefst 250 inzendingen
Uit een selectie van maar liefst 250 inzendingen uit heel Nederland is het gezamelijk project ‘Wètste nog’ van de Stichting Erfgoed Stein, Streekmuseum Elsloo en het Dorpsplatform Elsloo, in 2017 uitverkozen om de komende jaren deel te nemen aan het programma Samen Ouder. Dit is een project tegen eenzaamheid bij ouderen. Hiervoor ontvangen de stichtingen voor de komende twee jaar een gezamenlijke bijdrage van € 80.000 euro van het Oranje Fond.

Wètste nog
Door herinneringen aan vroeger te delen met ouderen willen de heemkundeverenigingen uit Stein en Elsloo kwetsbare inwoners bereiken. Het Dorpsplatform Elsloo gaat haar educatieprogramma specifiek voor ouderen uitbreiden en verdiepen. Samen willen de Steinse en Elsloose organisaties het programma ‘Wètste nog’ in de hele gemeente Stein uitdragen. Hiervoor zal er op een later tijdstip in samenwerking met de Gemeente Stein een startbijeenkomst plaatsvinden. ‘Wij zijn bijzonder trots op dit resultaat van onze Steinse stichtingen.’ zegt wethouder Van Mulken. Waarop wethouder Janssen aanvult: ‘De stichtingen zetten hiermee de dorpse saamhorigheid binnen onze gemeente kracht bij.’

Programma bestrijding eenzaamheid bij ouderen
Eenzaamheid is een groeiend sociaal probleem in Nederland. Om verschillende redenen, zoals bijvoorbeeld langer thuis wonen en het ontbreken van een sociaal netwerk, speelt dit sociale probleem ook bij ouderen. Het Oranje Fonds wil een stap zetten in de bestrijding van eenzaamheid onder ouderen. Hiervoor start een programma waarin 25 projecten worden ondersteund, die zich reeds bewezen hebben op dit vraagstuk en willen uitbreiden door de doelgroep te verbreden. Gekozen initiatieven worden gedurende drie jaar ondersteund met geld, coaching, trainingen en zichtbaarheid.

Oranje Fonds
Het Oranje Fonds steunt sociale projecten in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Jaarlijks steunt het met zo’n 30 miljoen euro duizenden initiatieven die ervoor zorgen dat mensen elkaar ontmoeten, minder eenzaam zijn, begrip krijgen voor elkaar en zich inzetten voor een ander. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zijn sinds de oprichting het beschermpaar van het Oranje Fonds. Dit jaar bestaat het Oranje Fonds 15 jaar.

Foto: Roman Kraft on Unsplash

De Vikingen in Hasloa aan de Maas

  • Afbeeldingen | Bron: De Vondst, Historiehuis van de Maasvallei, wikimedia, Bart Van den Bossche , LGOG ©

Onderzoek naar locatie Vikingenkamp wijst nu toch nadrukkelijk naar Elsloo

De Vikingen (of Noormannen) overwinterden in het jaar 881 in Limburg. Maar waar? Dat is al heel lang een discussiepunt. Asselt (aan de Maas tussen Roermond en Swalmen) of Elsloo (aan de Maas bij Stein)?
De Belgische wetenschapper Bart Van den Bossche deed er onderzoek naar met medewerking van streekhistoricus Guus Peters. En dat levert op dat het Vikingenkamp bij Elsloo (Hasloa, ook wel Ascloa, Ascloha) gelegen moet hebben.

Het onderzoek naar de Vikingen in Limburg van Van den Bossche is te vinden als digitale uitgave van Archeologie in Limburg, uitgebracht door de sectie Archeologie van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap Limburg (LGOG).

Lees de hele publicatie ⇢ 

LGOG noormannen

Foto onder: vermoedelijk Karolingisch basiskamp te Vucht (oranje) aan de overzijde van de Maas in blauwe stippellijn liggen Maasband en Meers.

noormannenkamp vucht


Bron: 1Limburg/Tom Doesborg 06.01.2023

Vikingenkamp Hasloa toch bij Elsloo?!

De plek langs de Maas waar zo’n 1100 jaar geleden het Vikingenkamp Hasloa moet hebben gelegen, heeft eerder te maken met het vroegmiddeleeuwse Elsloo dan met Asselt bij Swalmen.
Dat concludeert de Belgische wetenschapper Bart van den Bossche in het blad Archeologie in Limburg. 

Vikingenleger
Deze in Limburgse historische kringen nog onbekende onderzoeker heeft als eerste op basis van meerdere disciplines onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van Vikingen. Tot nu toe bleven harde historische bewijzen voor het verblijf van een Vikingenleger ergens langs de Maas in Limburg rond het jaar 900 flinterdun. Volgens Middeleeuwse kloosterannalen zou een Vikingenleger de burcht Hasloa hebben gebouwd om van daaruit de omgeving te plunderen. Ook moet bij Hasloa een veldslag hebben plaatsgevonden met vele doden. Diverse onderzoeken en opgravingen bij Elsloo en Asselt hebben in het verleden geen enkel bewijs opgeleverd.

Lees verder op 1Limburg ⇢

Foto: replica Vikingschip


Aanvullend bewijs aanwezigheid Vikingen in omgeving Stein/Maasmechelen

Update 12.01.2021 door Guus Peters

Aanvullend bewijs van de aanwezigheid van de Vikingen in het gebied Stein/Maasmechelen is niet alleen de in 2020 gevonden Vikingbijl maar ook een Odinpin nabij Maasmechelen. Ook zou er sprake zijn van een schildpadfibula. Ook weten we nu dat de oudste vermelding van een kasteelheer van Elsloo uit 1108 dateerd en Arnulfus de Hesloes werd genoemd. Alles bij elkaar kan men niet meer om Stein/Maasmechelen (Boorsem, Kotem, Stein en Elsloo vormden volgens onze inzichten het kroondomein Aschloa ) heen voor de plaats van het Vikingkamp. Of de Vikingen hier waren is nu geen vraag meer. Het is nu nog de vraag waar precies hun kamp in dit gebied lag.

Het gaat nu feitelijk om drie zaken:

1. Was Kotem/Boorsem/Elsloo/Stein het kroondomein Aschloa en uit welke onderdelen bestond dit ?
2. Waar lag het bestuurscentrum van dit Domein ?
2. Waar hadden de Vikingen/Noormannen in dit gebied hun kamp(en) ?
3. Is de vondst van de wapens bij de ontgrinding het bewijs dat de slag op de Geul bij Kotem/Elsloo heeft plaatsgevonden ?

Door de recente ontwikkelingen op het gebied van toerisme, groeit ook de belangstelling voor de historie van de Maasvallei. Het is hierbij wel zaak om open te staan voor nieuwe, grensoverschrijdende inzichten en informatie. Oudere historische beschrijvingen hoeven per definitie niet verkeerd te zijn maar dienen opnieuw getoetst te worden. Aan oude standpunten blijven vasthouden zal oude strijdbijlen niet begraven en een blokkade zijn voor vooruitgang in kennis over de boeiende, nog veelal onbekende historie van onze prachtige herontdekte Maasvallei. 


Waar zijn de Noormannen?

Is de titel van een artikel in dagblad De Limburger van 9 september 2017. Het artikel handelt over een onderzoek door archeoloog Leo Verhart die hierin de bewering van professor Holwerda uit 1929, dat het Noormannen- kamp Ascloha in Asselt lag onderuit haalt.

In de loop van de jaren zijn er in De Limburger al diverse artikelen verschenen met speculaties over het Vigingenkamp:

Lees het artikel in De Limburger van 17.02.2023 ⇢ 

16.01.2023 ⇢

11.02.2020 ⇢

08.09.2019 ⇢

08.09.2017 ⇢ 

Dit geeft weer ruimte om te speculeren waar het dan wel was en oude kandidaten Elsloo en Maasmechelen worden in dit verband genoemd. Hoe zit dat nu met die Noormannen en Elsloo? 

Uit historische bronnen is bekend dat dat rond het jaar 880 onze streken te lijden hadden van de Noormannen onder leiding van Godfried en Siegfried. Ze hadden in 881 en 882 hun winterkwartier in een kamp/vesting Aschlo of Ascloha genaamd. Andere namen voor deze plaats zijn: Asloa, Aschloa, Ashlon, Aslon, Haslou, Haslion, Haslac en Haslou.
Van hieruit werden vele plaatsen, kerken en kloosters in de omgeving geplunderd. 

Al in de 17e eeuw was men er van overtuigd dat met deze aanduidingen Elsloo bedoeld werd. Helaas is hier echter nooit enig archeologisch bewijs voor gevonden. In 1929 voert echter professor Holwerda op verzoek van de pastoor van Asselt een onderzoek uit en daarmee de basis gelegd voor een strijd tussen voor en tegenstanders van Elsloo respectievelijk Asselt. Inmiddels werd, ook door ons, aanvaard dat het een feit was dat dit Asselt is geweest. Er waren tenslotte Archeologische bewijzen gevonden in Asselt gevonden. Maar die zijn nu weerlegd en is de discussie weer open ! De historische bron waarin de ligging van het kamp beschreven werd, is de Annales Fuldensis, de analen van Fulda. Hierin staat:

De Noormannen roofden wat ze konden en wat erger en verschrikkelijker om te zien was, legden enige plaatsen en kerken in de as en keerden terug naar hun sterkte die door een wal was omringd en op de oever van de Maas lag in een plaats die Ascloha genoemd wordt, 14 mijl van de Rijn.

 

Foto boven: Speerpunten uit de vroege middeleeuwen in de periode van de Vikingen

Bijvangst grindwinning Consortium Grensmaas Maasoever levert honderden archeologische vondsten op
Archeologisch onderzoek in de rivierbedding heeft tijdens de uitvoering van het project Grensmaas vele honderden vondsten opgeleverd die een verrassend en soms zelfs nog ongeschreven verhaal opleveren over de Zuid-Limburgse Maas als oorlogsfront, als scheepsroute, als handelsverbinding en als viswater.

Een van de meest fascinerende hoofdstukken van dat verhaal is de vondst van opvallend veel wapentuig uit de periode dat de Vikingen in deze regio actief waren.

Eén van de archeologische vondsten van het Grensmaas project is deze Vikingen bijl, een pareltje uit het archeologisch depot van De Vondst in Heerlen. De Scandinavische bijl, waarvan de steel is vergaan, is gevonden langs de Maas bij Elsloo. Het is het eerste exemplaar dat in Nederland is ontdekt.
En daarmee -en ontelbare andere Viking-vondsten- is tevens ook het bewijs geleverd dat de Vikingen in deze contreien zijn geweest.

Vikingen waren de piraten van de Noordzee. Moordend, plunderend en rovend maakten ze de Europese kusten onveilig. Ook Nederland werd geteisterd door Vikingen. De aanvallen begonnen in het jaar 810, toen Deense Vikingen Frisia aanvielen met een vloot van maar liefst tweehonderd schepen. De woeste Vikingen stopten pas met hun plunderingen toen hun slachtoffers een flinke hoeveelheid zilver betaalden. Maar in de jaren daarna kwamen ze nog vaak terug…

Eind 9de eeuw verenigden Vikingen van allerlei nationaliteiten zich in een enorme vloot die bekend kwam te staan als ‘Het grote heidense leger’. Via de rivieren, waaronder de Maas, drongen ze met hun schepen de Europese binnenlanden binnen. Waarschijnlijk is deze bijl door een van deze Vikingen verloren.

Aan de hand van archeologische schatten blijkt dat ‘Viking’ geen volk, maar een levensstijl was. Deze levensstijl omvatte meer dan alleen de beruchte plunderingen. De Vikingen waren namelijk ook zeer bedreven handelaren met een uitgebreid netwerk, waar ook de Nederlandse kustbewoners van profiteerden. Het kwam zelfs voor dat Nederlanders zich bij de Vikingen aansloten en deelnamen aan hun rooftochten.

De bijl behoorde tot de standaarduitrusting van de Viking. Bijlen werden niet alleen gebruikt als gereedschap bij het bouwen van schepen en huizen, maar kwamen ook van pas op het slagveld. Ook de speer werd veel gebruikt, als steek- of werpwapen. Om aanvallen op te vangen gebruikten Vikingen vooral ronde, houten schilden met in het midden een ijzeren knop voor de stevigheid.

Deze Scandinavische driehoekige bijl van 110 x 100 mm is voorzien van een snede en steeloog die dezelfde richting hebben; de kop is gemaakt van ijzer. Door de smalle schachting en de sterk verbrede snede lijkt deze bijl min of meer driehoekig – de meeste zijn geheel symmetrisch maar er zijn ook exemplaren waarbij de bovenzijde langer is dan de onderzijde. Zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde is de schachting verstevigd door uitstekende lappen.

Bron: De Vondst, archeologisch beleefdepot in Heerlen 20.08.2020

Archeoloog Jan Roymans: “Tot voor kort was er nauwelijks aandacht van archeologen voor oude rivierbeddingen. Het onderzoek richtte zich voornamelijk op de hoge oevers van de Maas waar vele nederzettingen en grafvelden zijn opgegraven. Een Romeinse villa, een Merovingisch grafveld en het vermaarde paardengraf van Borgharen zijn maar enkele van de vele hoogtepunten van het bodemonderzoek dat op de oevers van de Maas heeft plaatsgevonden.

Bijzonder is dat in het project Grensmaas ook de rivier zelf archeologische aandacht heeft gekregen. Dankzij de graafwerkzaamheden van Consortium Grensmaas hebben we veel geheimen van de bedding van de Maas in Zuid-Limburg kunnen blootleggen. Dat is op deze schaal nooit eerder gebeurd”, aldus Roymans.

Het Consortium voert het project Grensmaas, rivierbeveiliging en natuurontwikkeling gefinancierd door de opbrengst van grindwinning, voor eigen rekening en risico uit. Dat betekent dat het Consortium ook verantwoordelijk is voor archeologische vondsten. Daartoe wordt samengewerkt met de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en archeologen die voor begeleiding zorgen bij de afgravingen van de Maasoevers en de grindwinning.

Op basis van omvangrijk bodemonderzoek heeft de RCE de afgelopen jaren met name de geschiedenis van de bewoning in de Maasvallei op een rijtje gezet. Dat leidde tot een uitgebreide wetenschappelijke studie Het Maasdal tussen Eijsden en Mook, die twee weken geleden in Kessel werd gepresenteerd. Archeoloog Roymans heeft zich de afgelopen jaren gefocust op vondsten die tijdens het werk aan de Maas letterlijk boven water zijn gekomen door oplettendheid van medewerkers van Consortium Grensmaas of dankzij een magneetconstructie die in de grindinstallaties alle metalen voorwerpen scheidt.

Foto beneden: Vondsten Jan Roymans vanaf de Romeinse tijd, waaronder bijlen, zwaarden, pijlen, speren, helmen, kanonskogels in alle maten, scheepsattributen, visgerei uit de vroege middeleeuwen en agrarisch werktuig. (Foto's Grensmaas Consortium, klik voor vergroting)

 


Bijl van de Vikingen

Bron en met toestemming overgenomen: De Vondst, Heerlen

Eén van de archeologische vondsten van het Grensmaas project is deze Vikingen-bijl, een pareltje uit ons archeologisch depot. De Scandinavische bijl, waarvan de steel is vergaan, is gevonden langs de Maas bij Elsloo. Het is het eerste exemplaar dat in Nederland is ontdekt.

Vikingen waren de piraten van de Noordzee. Moordend, plunderend en rovend maakten ze de Europese kusten onveilig. Ook Nederland werd geteisterd door Vikingen. De aanvallen begonnen in het jaar 810, toen Deense Vikingen Frisia aanvielen met een vloot van maar liefst tweehonderd schepen. De woeste Vikingen stopten pas met hun plunderingen toen hun slachtoffers een flinke hoeveelheid zilver betaalden. Maar in de jaren daarna kwamen ze nog vaak terug…

Eind 9de eeuw verenigden Vikingen van allerlei nationaliteiten zich in een enorme vloot die bekend kwam te staan als ‘Het grote heidense leger’. Via de rivieren, waaronder de Maas, drongen ze met hun schepen de Europese binnenlanden binnen. Waarschijnlijk is deze bijl door een van deze Vikingen verloren.

Aan de hand van archeologische schatten blijkt dat ‘Viking’ geen volk, maar een levensstijl was. Deze levensstijl omvatte meer dan alleen de beruchte plunderingen. De Vikingen waren namelijk ook zeer bedreven handelaren met een uitgebreid netwerk, waar ook de Nederlandse kustbewoners van profiteerden. Het kwam zelfs voor dat Nederlanders zich bij de Vikingen aansloten en deelnamen aan hun rooftochten.

De bijl behoorde tot de standaarduitrusting van de Viking. Bijlen werden niet alleen gebruikt als gereedschap bij het bouwen van schepen en huizen, maar kwamen ook van pas op het slagveld. Ook de speer werd veel gebruikt, als steek- of werpwapen. Om aanvallen op te vangen gebruikten Vikingen vooral ronde, houten schilden met in het midden een ijzeren knop voor de stevigheid.

Deze Scandinavische driehoekige bijl van 110 x 100 mm is voorzien van een snede en steeloog die dezelfde richting hebben; de kop is gemaakt van ijzer. Door de smalle schachting en de sterk verbrede snede lijkt deze bijl min of meer driehoekig – de meeste zijn geheel symmetrisch maar er zijn ook exemplaren waarbij de bovenzijde langer is dan de onderzijde. Zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde is de schachting verstevigd door uitstekende lappen. 


Geïnteresseerd in archeologie? 
Bekijk dan hier video's van NWO-onderzoeksprogramma Odyssee ⇢


 

Klik op bovenstaand artikel uit De Limburger van 7 juli 2018 voor een leesbare pdf.

 


Waar zijn de Noormannen? Is de titel van een artikel in dagblad De Limburger van 9 september 2017. Het artikel handelt over een onderzoek door archeoloog Leo Verhart die hierin de bewering van professor Holwerda uit 1929, dat het Noormannen/Vikingen- kamp Ascloha in Asselt lag onderuit haalt. Dit geeft weer ruimte om te speculeren waar het dan wel was en oude kandidaten Elsloo en Maasmechelen worden in dit verband genoemd. Hoe zit dat nu met die Noormannen en Elsloo? 

Uit historische bronnen is bekend dat dat rond het jaar 880 onze streken te lijden hadden van de Vikingen onder leiding van Godfried en Siegfried. Ze hadden in 881 en 882 hun winterkwartier in een kamp/vesting Aschlo of Ascloha genaamd. Andere namen voor deze plaats zijn: Asloa, Aschloa, Ashlon, Aslon, Haslou, Haslion, Haslac en Haslou. 
Van hieruit werden vele plaatsen, kerken en kloosters in de omgeving geplunderd.  

 

Klik op afbeelding om artikel te lezen

Een dag eerder plaatste De Limburger ook al een kort artikel over dit onderzoek > De Limburger 08.09.2017

Al in de 17e eeuw was men er van overtuigd dat met deze aanduidingen Elsloo bedoeld werd. Helaas is hier echter nooit enig archeologisch bewijs voor gevonden. In 1929 voert echter professor Holwerda op verzoek van de pastoor van Asselt een onderzoek uit en daarmee de basis gelegd voor een strijd tussen voor en tegenstanders van Elsloo respectievelijk Asselt. Inmiddels werd, ook door ons, aanvaard dat het een feit was dat dit Asselt is geweest. Er waren tenslotte Archeologische bewijzen gevonden in Asselt gevonden. Maar die zijn nu weerlegd en is de discussie weer open ! De historische bron waarin de ligging van het kamp beschreven werd, is de Annales Fuldensis, de analen van Fulda. Hierin staat:

De Vikingen roofden wat ze konden en wat erger en verschrikkelijker om te zien was, legden enige plaatsen en kerken in de as en keerden terug naar hun sterkte die door een wal was omringd en op de oever van de Maas lag in een plaats die Ascloha genoemd wordt, 14 mijl van de Rijn.

De handelsroutes en vestigingsplaatsen van de Vikingen

Welke plaats ligt nu 14 mijl van de Rijn ? Een mijl is nu 1.60 kilometer dat is 22,4 km. Elsloo / Maasmechelen liggen echter ca . 90 km, 55 mijl van de Rijn. Einde discussie dus. Ware het niet dat er in de middeleeuwen andere waarden bestonden, die regionaal sterk van elkaar konden afwijken. Nu lezen we in het boek “De Graven van Loon” van Jan Vaes dat de afstand Luik – Aken 6 mijl is. De afstand tussen de twee steden is hemelsbreed 39 km. Een middeleeuwse mijl is dus hier 6,5 kilometer. Hemelsbreed ligt Elsloo omgerekend dus 14 middeleeuwse mijlen van de Rijn !!!!

Dan hebben we nog de naam Elsloo. De eerste betrouwbare melding van Elsloo stamt uit 1111 en dan wordt het dorp Eleslo genoemd. De betekenis van Elsloo wordt steevast uitgelegd als plaats aan of in een Elsenbos. Maar klopt dat wel ? De dialectnaam is Aelse, misschien staat deze wel dichter bij de oorspronkelijkste naam dan van de geschreven versies . Als Asselt daadwerkelijk Ascloha is, dan is in de loop der tijd de L naar achter geschoven waarom zou ze in Elsloo dan niet verplaatst kunnen zijn ? In dit geval naar voren ? Van Aschlo naar Aelse dus. De naam herleiding geeft dus ook geen uitsluitsel ten gunste van Asselt.

vikingschip

Maar waar moeten we dan in Elsloo gaan zoeken naar de Vikingenburcht ? Voor de hand ligt een voorganger van het kasteel in de Maas hiervoor aan te zien. Dat zou kunnen, maar liep de Maas hier wel ? De Maas kende in die tijd diverse armen bij Elsloo en die hoeven niet direct langs het dorp gelopen te hebben. Maar die liepen wel over het gebied van Elsloo.

Elsloo zou rond 900 een kroondomein geweest zijn (landgoed waarvan de opbrengst bedoeld was tot onderhoud van de hofhouding van de koning of keizer). Boorsem, Kotem en Stein zouden hiervan deel hebben uitgemaakt. De beemden onder Vught behoorden overigens ook tot Elsloo. De Maas liep dus niet langs maar door het gebied van het middeleeuwse Elsloo. Dit vergroot het zoekgebied aanzienlijk. Vandaar dat ook van Belgische zijde nabij Maasmechelen naar de mogelijke kampplaats wordt gezocht.

We hopen dat uiteindelijk alle zoekacties resultaat zullen opleveren, zodat we uitsluitsel krijgen. Zolang dat er niet is, houden we de optie Elsloo echter open. Men neemt tenslotte ook aan dat het verdrag van Meerssen in 870 op de palts van Meerssen is gesloten, van deze palts is echter tot op de dag van vandaag nog geen spoor gevonden.........

Guus Peters, 12 september 2017


AANVULLING

Een in 2020 gevonden Vikingbijl is een tastbaar bewijs van de aanwezigheid van de Vikingen in het gebied Stein/Maasmechelen.

Dit betekent echter ook weer niet een directe koppeling met het lang gezochte Vikingkamp maar wel met een andere gezochte plaats van handeling, de plaats van de slag op 26 juni 891 van de Franken tegen de Vikingen aan het riviertje de Geul. Wij denken, gezien de grote hoeveelheid gevonden wapens in 2020 bij de ontgrinding in het gebied tussen Elsloo en Geulle dat deze in de buurt van Kotem/Elsloo heeft plaatsgevonden.

Uit: Luit van der Tuut. Koningen en Krijgsheren. Blz 219 / 220

In 891 keerden de Vikingen in de Nederlanden terug. Den 26 Juni, werd er een veldslag geleverd op het riviertje de Geul, een uur beneden Maastricht, waarin de Vikingen onder Hasting de Franconiërs geheel versloegen. De aartsbisschop Sunzon of Sunderold van Maintz, de graaf Arnolf en een groot getal edelen bleven op het slagveld en het kamp der Duitschers werd buit gemaakt. Daarna trokken de Vikingen op Leuven. Alhier werden zij den 1 September door den keizer Arnulf, op de Dijleoevers geheel en al verslagen. Hun krijgsroep was Geule! Geule! De Dijle was gevuld met de lijken der zonen van het Noorden.
H. Welters Publications de la Societe Historique et archeologique dans le duche de Limbourg. Deel 10 1873

De bovenstaande beschrijvingen van de slag, voor zover deze betrouwbaar zijn, geven enkele details om over na te denken. De Franken rukten op vanuit Maastricht en stootten in een dorpje op de vijand. Hier wordt verondersteld dat dit Geulle was maar dat hoeft niet zo te zijn. Ook kwam het grootste deel van de Vikingen terug van een plundertocht uit Aken, waarschijnlijk dat zij hiervoor uit het Geuldal kwamen op weg naar hun steunpunt. Als inderdaad in het gebied Maasmechelen/Stein dat steunpunt was, dan is het aannemelijk dat men in Kotem of Boorsem of zelfs Elsloo op de vijand stootte en dat de Vikingen vanuit Aken op weg waren van hun plundertocht naar dit steunpunt .

Nu stroomt de Maas tussen Geulle en Elsloo, maar in die tijd liep hier de Geul die mogelijk tussen Kotem en Boorsem (of noordelijker) in de Maas uitmondde! Men heeft de neiging om bij het analyseren van een vindplaats dit te koppelen aan de huidige situatie. Maar men dient ook het landschap waarin de vondst gedaan is te reconstrueren. Zo moet men in Maasmechelen/Stein rekening houden met grote maasverplaatsingen en als gevolg hiervan verschuivingen van de nederzettingen.

Nu dus blijkt dat er tussen de wapens bij Kotem/Elsloo een bijl is gevonden die onmiskenbaar als Vikingbijl aangemerkt kan worden, is dit voor ons een groot bewijs van de aanwezigheid van Vikingen in onze omgeving en de plaats van de slag aan de Geul. We hopen overigens dat er nog meer wapens aan de Vikingen gerelateerd kunnen worden. Hopelijk kan er een wapen afgestaan worden voor ons eigen Streekmuseum in Elsloo !
Niet alleen is de bijl een bewijs van de aanwezigheid van de Vikingen in ons gebied maar maar ook een Odinpin die nabij Maasmechelen is gevonden. Ook zou hier sprake zijn van een niet gedocumenteerde Viking-schildpadfibula.

 


Ascloa, Ascloha, Aschlo, Asclon, Aelseloha ,Haslon, Hasloa , Haslou, Hesloes, Eleslo….. Aelse/Elsloo !

Niet alleen dragen de archeologische vondsten bij aan de kennis over de ligging van het Vikingkamp, maar ze vullen ook de kennis aan over de herkomst van de naam "Elsloo".

Het beruchte kamp lag in Ascloha. Tot 1929 werd dit onbetwist aan Elsloo gekoppeld. Daarna begon de discussie over Asselt. Een belangrijk onderdeel hiervan was de herleiding van de naam Ascloha tot Asselt.

Karl III (der Dicke) - RI I n. 1639b
882 iuli 00, Ascloha
unter der führung der könige Godefrid und Sigifrid (Regino vgl. Ann. Fuld. 882, Ann. Bert. 882) teils zu land an die Maas gezogen waren (Ann. Vedast. vgl. Ann. Anglosax. 882) und zu Elsloo (a|d. Maas n. Maastricht; Haslao, Ann. Vedast.; loco Haslon iuxta Mosam, Regino; loco Escelun, Ethelwerdi chr. M. G. SS. 13, 123) sich stark verschanzt hatten, um zu überwintern (Ann. Vedast.). Von hier unternehmen sie ihre raubzüge: im ersten anlauf verheeren sie mit feuer und schwert Maastricht, Tongern, Lüttich

De eerste betrouwbare melding van Elsloo stamt uit 1111 en dan wordt het dorp Eleslo genoemd. Dat is de alom aangehaalde oudste vermelding. Echter er is nog een 3 jaar oudere vermelding waarin Arnulfus de Hesloes vernoemd, steeds vertaald als Arnold van Elsloo.

Akte Arnulfus van Elsloo 1108 te vinden in het boek; "Faire justice" dans le diocèse de Liège au Moyen Âge (VIIIe-XIIe siècles".
Filium lue coegerunt venire ad curiam Richele Arnulfus de Hesloes, advocatus Aquensis ęcclesię, Elbertus de Mulance, qui sub eo tenuit advocatium, Albertus Prepositus Aquensis ecclesie et cancellarius régis, Lietbertus, qui vicedominus.

Aelse
De naamkundige Bas Kloens uit Dordrecht geeft de volgende verklaring voor de herkomst van Elsloo aan de Maas: Aseloha, oude naam voor Elsloo aan de Maas, voorheen ook Helsloes (volgens naamkundige Van der Aa) was in oorsprong Aelseloha = Else – loha.

De naam is een samenstelling van "helle" voor waterstroom en "loha" dat afkomstig is van het Germaanse "lauhaz" en dat betekend "open plek in een bos of bosje op hoge zandgrond". Opmerking: wij kennen geen hoge zandgronden. Ook de nederzetting was niet ver weg (Wikipedia). Van belang hier is dat de gebruikelijke koppeling met de boomsoort "els" te kort door de bocht is.

Bijzonder hierin is de vermelding van Aelseloha, dit omdat de nog steeds de locale dialectnaam Aelse hierin voorkomt. Dit bevestigt onze stelling dat in de naamverklaring van Elsloo de dialectnaam niet mag ontbreken. De gedachte is dat als Elsloo ononderbroken bewoond is geweest, de oorspronkelijke naam ook bij de inwoners steeds is overgeleverd. Het is ondenkbaar dat men plotseling zelf de naam ging veranderen, dat kan wel door schrijvers zijn gebeurd die een eigen interpretatie gaven van hetgeen ze hoorden. "Loha" is hier van de naam afgesleten.

Een ander voorbeeld in Limburg van de koppeling van de dialectnaam met de historische naam is Gronsveld, de dialect naam is Groeschelt, de historische naam is ook Grousselt.

Het verloop van Aelsloha-via Aelsle naar Aelse is geen grote stap. Zeker niet als men bedenkt dat ze in Limburgse dorpen verder af van de Maaskant tot op de dag van vandaag Aelsle tegen Elsloo zeggen.

Tot slot
De grote vraag is als "Aschloa" niet de naam voor het gebied Maasmechelen/Stein was, wat was die dan wel voor dit gebied (domein). Maar als dat domein al uit Merovingsche tijden dateerde, welke naam heeft dat dan gehad ? Steeds wordt de mantra gevolgd: Stein en Elsloo waren een geheel wat door twee broers in de 13e eeuw opgedeeld wordt. Elsloo komt als naam tot 1108 niet voor! De oudste vermelding van Steyn is in 1220. Een zo oud domein van die omvang, zo strategisch gelegen aan de Maas, langs doorgaande wegen en bij handels- en bestuurscentra, gelegen in het kerngebied van het Karolingsche rijk tussen Keulen en Tongeren met steden als Aken, Maastricht, Vise (later opgevolgd door Luik) kan toch niet in de kronieken en charters onvermeld zijn gebleven ?

Geschiedenis der keizerlijk baronie Boorsem: r. Verbois / M. Maessen
Boorsem (incl Kotem, de hal, Geneuth) bleef ondanks alle maasverplaatsingen deel uitmaken van het grondgebied Stein-Elsloo . De Heerlijkheden Stein-Elsloo vormden oorspronkelijk een Karolingisch kroondomein. Dit blijkt uit 'n vermelding van enkele heerlijkheden en villa's in de tekst van het charter van koning Arnold van Lotharingen gegeven de 13 juni 888.

Dat is ook niet zo. Dit domein wordt wel degelijk vermeld. Dit domein was Aschloa, Hesloes en alles wat daar tussen ligt. Het is als het ware in het zicht verborgen door oeverloze discussies en fixatie op het dorp Elsloo. Als we het domein Aschloa kennen, weten we ook in welk gebied de Vikingen hun kamp(en) hadden. Al weten we nog niet exact de plaats. Men kan niet de feiten blijven negeren waar we Aschloa moeten zoeken of deze ter discussie blijven stellen. We moeten niet zoeken in een specifieke plaats maar in het gebied wat nu de gemeenten Maasmechelen en Stein, waarvan gedeelten van hun grondgebied ooit het aloude domein Ascloa, Ascloha, Aschlo, Asclon, Haslon, Hasloa ……… Hesloes vormden!

De wijze van verdeling van het domein in twee vrije rijksheerlijkheden Elsloo en Stein is een merkwaardige constructie. Toen Boorsem/Kotem nog tot Stein behoorde werd het Steins gebied doorkruist door Elsloos gebied tot aan Vucht (over de Maas heen). Het zal zijn redenen hebben gehad. Een reden voor de verdeling van het bezit kan het beheersen over de volle breedte van een belangrijke, nog niet uitgekristalliseerde, Maasovergang zijn.
De heer van Elsloo behield de titel en het dorp ging verder met een verbastering van de oude domeinnaam. Stein kreeg het kasteel, het wapenschild van de Heren van Elsloo en een nieuwe naam, Steyn. Vernoemd naar het voorheen gemeenschappelijke slot. Dat zou betekenen dat het oude slot van Elsloo (nu verzonken in de Maas) pas na de splitsing van het domein gebouwd is.
Na het jaar 1000 als de invallen van de Vikingen stoppen, komt de macht bij de lokale adel te liggen en die bouwen de burchten . Een nieuw tijdperk breekt aan. Aschlo valt uit elkaar in twee delen: Elsloo en Stein (met Boorsem en Kotem, welke in 1335 overgedragen worden aan Rekem).

 

Ondergrondse gedeelte van de “witte toren” van kasteel Stein is beduidend ouder dan de bovenbouw. Mogelijk zit hier nog een oudere (houten) voorganger onder in de motte.

Oude kasteel van Elsloo in de Maas. Ten onrechte vaak in de discussie betrokken en onderdeel van de motivatie in bestrijden Viking-verleden van Elsloo.  

In Memoriam Ruud Gulikers

Bestuur en medewerkers van Streekmuseum Elsloo hebben met droefheid kennis genomen van het overlijden van onze collega-medewerker Ruud Gulikers op 17 oktober 2016.

Veel te jong heeft hij als gevolg van een agressieve ziekte afscheid moeten nemen van echtgenote Diana en dochter Sharon. In de laatste week van september bleek hoe ernstig de situatie was. Niemand bevroedde toen dat het ziekteproces zo snel zou gaan. Het is voor ieder van ons dan ook een enorme schok.

We herinneren Ruud als een joviaal iemand die altijd met plezier het vrijwilligerswerk voor het museum deed. Je kon altijd een beroep op hem doen. Voor de medewerkers die de modeshow verzorgen, betekent het overlijden van Ruud het wegvallen van een vriend en de " koajong" die altijd goed was voor de vrolijke noot. 

Bestuur en medewerkers condoleren Diana en Sharon en wensen hen veel sterkte toe in deze moeilijke dagen.
De mooie herinneringen aan Ruud zullen het uiteindelijk winnen van het verdriet.

Julianakanaal 1935 - 2015

  • Afbeeldingen | Bron: Historiehuis van de Maasvallei, YouTube ©

julianakanaal08.01 3

Foto boven: Het graafwerk gaat beginnen, links de Maas. De huizen en de lagere school Op de Berg, links naast de kerk, zullen verdwijnen.

In 2015 bestaat het Julianakanaal 80 jaar. Het Erfgoedmuseum in Stein en het Streekmuseum Elsloo hielden daarover een gezamenlijke, drukbezochte tentoonstelling.
Onderdeel van deze expositie was ook een wandeling lanfgs het jarige kanaal. U kunt de wandeling langs het Julianakanaal hier ook downloaden >

Hierboven een korte film over de openstelling van het kanaal in 1935 door Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana.

julianakanaal verdwijnend gedeelte berg

Het graafwerk gaat beginnen en de huizen Op de Berg, links naast de kerk, verdwijnen eerdaags. 

 

Onder: een uitzending uit de oude LOS doos. Ergens midden jaren 90 wordt Elslonaar Harie Rouvroye geinterviewd over de aanleg van het Julianakanaal. Interviewer is Ton Lexis. 

 

Links:

- 75 jaar Julianakanaal, een reportage van Docuz.nl uit Stein >

Wikipedia >

Rijkswaterstaat >

Oude sluis en brug van Roosteren en andere bruggen en sluizen van het Julianakanaal >

Project Verruiming Julianakanaal >

Film Maasvaart uit 1962, met beelden van Julianakanaal >

Andere Tijden: Ode aan de rivier >

Streekmuseum Julianakanaal Elsloo

1933 midden-onder de St. Augustinuskerk (klik voor vergroting)

St. Anna-Te-Drieën, een beeld met een verhaal

Op 22 maart 2014 stond een uitgebreid artikel in dagblad De Limburger over De meester van Elsloo. Guus Peters schreef het verhaal achter het beroemde beeld St. Anna te Drieën.

Op initiatief van de oud conservator van het Bonnefantenmuseum, Peter Te Poel, is er onderzoek gedaan naar de bronnen van De Meester Van Elsloo, waarvan het meest bekende beeld, de Sint Anna te Drieën, in de Augustinuskerk in Elsloo staat. Hij heeft voor dit onderzoek de hulp ingeroepen van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonuim te Brussel. Over het onderzoek en de studie naar de diverse beelden is een boek uitgebracht onder de titel: A Masterly Hand. Meer info over dit boek ⇢

Vanaf blz. 48 van dit boek staat de geschiedenis van deze Anna te Drieën beschreven. Zo staat vermeld hoe dit beeld in Elsloo is terecht gekomen.

In 2019 was het beeld Sint-Anna-Te-Drieën onderdeel van een uitgebreide tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum in Maastricht over de Meester van Elsloo, aan wie het beeld wordt toegeschreven. Hieronder de toelichting van curator Lars Hendrikman.

Meester van Elsloo. Van eenling naar verzameling
Aan het einde van de middeleeuwen bestond in het huidige Maas-Rijngebied een levendige productie van houtsculptuur. Helaas is meestal onbekend wie deze beelden besteld of gemaakt heeft. Om toch enig houvast te krijgen werden deze beeldhouwers van een 'noodnaam' voorzien, en veruit de bekendste daarvan is de zogenaamde 'Meester van Elsloo'. In voorbereiding op deze tentoonstelling zijn de afgelopen jaren diverse onderzoeken verricht naar de aan deze meester toegeschreven beelden. Ondanks dat blijft zijn identiteit in nevelen gehuld. In de tentoonstelling doen we de zoektocht in de kunstgeschiedenis sinds 1940 over. De meer dan vijftig eenlingen vormen nu samen tot 16 juni 2019 een grote verzameling.

Na afloop van de tentoonstelling moest het beeld uiteraard weer terug naar Elsloo. Hieronder een reportage van L1 over deze bijzondere logistieke klus.

Beeld Anna terugplaatsing

 

St. Anna te Drieën, een beeld met een verhaal

Samenstelling: Guus Peters

Meester-van-Elsloo

In de St. Augustinuskerk te Elsloo bevindt zich een beroemd beeld van St Anna-te-Drieën. Om de betekenis van dit beeld te verduidelijken willen we hieronder dieper ingaan op achtergrond ervan. 

Hoewel de St. Augustinuskerk diverse beelden bezit van hoge ouderdom, wordt in publicaties over haar collectie steeds één beeld speciaal toegelicht vanwege de grote kunstwaarde, de St. Anna te Drieën. Dit wil echter niet zeggen dat de overige beelden minder waarde voor de gemeenschap hebben. Integendeel, sommige beelden zijn zelfs veel ouder dan de St. Anna en, wat misschien belangrijker is, oorspronkelijk kerkbezit, hetgeen de St. Anna zeker niet is.

Aankoop in 1850
Het beeld is in 1850 door het kerkbestuur uit Elsloo aangekocht van het kerkbestuur van de Munsterkerk in Roermond. Deze aankoop was voor de inrichting van de toen pas gereed gekomen "nieuwe kerk", de Augustinuskerk. Uit het kasboek van de Munsterkerk blijkt dat op 2 januari 1849 en op 2 januari plus 6 maart 1850 diverse kerkelijke stukken zijn gekocht, waaronder de twee zijaltaren met het bekende beeld van de Meester van Elsloo. Ook het altaar in de rechter zijbeuk van de kerk waarop het beeld staat, is afkomstig uit de Munsterkerk te Roermond. 

Het totaal bedrag van de aankoop was 401 gulden en 35,5 cent.
Aardigheidje; het geld was betaald door de ontvanger van het kerkbestuur van Elsloo, J. Claessens. Dit was Johannes Claessen(s) die zich in 1836 in Elsloo had gevestigd en in de Maasberg de brouwerij annex herberg runde (alsook boerderij). Tevens was hij gemeente-ontvanger.

De St.Annagroep van Elsloo
In de St. Annagroep van Elsloo (130 cm hoog en 83 cm breed) zit moeder Anna, de grootste figuur, op een Dagobert-stoel (een gotische vouwstoel). Ze draagt haar traditionele kledij (breed vallend gewaad, een kindoek om haar hals en een kap met sluier op het hoofd) en heeft een boek bij zich (Anna atribuut, het refereert naar het Oude Testament en de belofte van de Messias).
Naast haar staat de jeugdige Maria, die zo jeugdig is dat haar gestalte niet boven die van haar moeder uitsteekt. Zij houdt het levendig weergegeven Kind dat speels naar Anna's open boek grljpt, met beide handen vast. Dat de groep van Elsloo reeds in de tijd van zijn ontstaan de aandacht heeft getrokken, blijkt wel uit het feit, dat hij reeds kort daarna gekopieerd werd. In het Rijksmuseum bevindt zich namelijk een vrije navolging van deze St.-Anna-te-Drieën in iets kleiner formaat (bron 5)

De Meester van Elsloo
De naam "Meester van Elsloo" werd in 1940 geïntroduceerd door de Limburgse kunsthistoricus prof. dr. J.J.M. Timmers, in een artikel in het tijdschrift Oud-Holland, getiteld: 'Een onbekend beeldsnijder der 16e eeuw: de "Meester van Elsloo". In 1936 tijdens een tentoonstelling in Sittard over kerkelijke kunstwerken van die stad en omgeving waarvan onze St-Anna-te-Drieën deel uitmaakte, viel het Prof. Dr. J.J.M. Timmers voor het eerst op dat verschillende ongesigneerde beelden in dorpskerken in Limburg een hoge artistieke waarde vertoonden en mogelijk van dezelfde hand waren.

Het beeld uit Elsloo werd als toonaangevend voorbeeld gezien voor het werk van deze onbekende meester. Omdat men zijn naam niet kende vernoemde men hem naar de plaats waar dit beeld stond nl. Elsloo (bron 1 en 3)
De beelden van deze onbekende meester(s) worden gerekend tot de School van Oppergelder (waarvan Roermond de hoofstad was). Hoewel de kunst in het Maasdal bloeide, schijnt zij sterk beinvloed te zijn door de toenmalige bloeiende Duitse beeldhouwkunst (bron 2). 

Groep kunstenaars
Inmiddels is uit onderzoek duidelijk geworden dat de aan "De Meester van Elsloo" toegeschreven beelden waarschijnlijk niet door één persoon, één kunstenaar zijn vervaardigd maar door een groep beeldensnijders. Deze groep laat-middeleeuwse beeldensnijders, die rond 1500 actief was in het gebied Opper-Gelre, het huidige Midden en Noord-Limburg, signeerden hun werk niet.
Wellicht is geen van de betreffende kunstenaars ooit in Elsloo geweest, laat staan dat zij daar gewerkt hebben. De naamgeving "Meester van Elsloo" heeft dan ook niets met de plaats Elsloo, maar alles met het hier aanwezige St. Anna-te-Drieën beeld te maken. 

De functie van kerkbeelden
In de middeleeuwen vervaardigde men een beeld niet zomaar; tot in details zitten deze heiligenbeelden vol symboliek. De af te beelden figuur diende de vaak ongeletterde gelovige en vereerder van betreffende heilige, als ideaalbeeld, welke hij als volgeling moest nastreven. Dit is ook van toepassing op de St. Anna-te-Drieën van Elsloo.

Ten tijde van vervaardiging van het beeld in de 16e eeuw kende de verering van Anna, de moeder van Maria geen grenzen. Men kan zich afvragen waarom Anna in deze periode zo vereerd werd en waarvoor zij werd "aangeroepen". Op de (voor velen onbekende) achtergronden van de St. Anna-verering zullen we nader ingaan.

Genealogisch hoogstandje
Het staat niet in de bijbel, maar volgens een latere legende worden Joachim en Anna genoemd als zijnde de ouders van Maria en dus de grootouders van Jezus van Nazareth.
De afstamming van Jezus en zijn familieverbindingen heeft de mensen vanaf de eerste eeuwen van onze jaartelling bezig gehouden. Er is naar gevorst en men heeft geprobeerd een kloppend beeld te scheppen. Maar toen de maagdelijke geboorte van Maria (niet te verwarren met Jezus' geboorte uit de maagd) een discutabel geloofspunt werd, was het belangrijker dan ooit de familieverbindingen te kennen en ook de manier waarop Maria's verwekking geschiedde.

In de bijbel worden Anna en Joachim als Maria's ouders genoemd, beiden waren toen al op hoge ieeftijd. Volgens de legende keerde Joachim terug naar Jeruzalem -dat hij enkele maanden ervoor had verlaten nadat de tempelpriester de onvruchtbare Joachim het offeren geweigerd had - en ontmoette zijn vrouw bij de Gouden Poort. Negen maanden later zou Maria ter wereld komen. Zij wijden Maria aan God toe en brachten haar als driejarige naar de tempel. 

Er is verder sprake van Maria's nicht Elisabeth en haar man Zachatias en voorts van apostelen, zoals Jacobus. Om alle betrokkenen binnen één netwerk van familierelaties (Heilig Maagschap) onder te kunnen brengen moest Anna wel meermaals gehuwd zijn geweest, een idee dat zich rond het jaar 1100 begon te verspreiden. Wat in de bijbel ontbreekt, vullen levensbeschrijvingen en mirakels verder aan.

Zo hebben zich omtrent Anna diverse legenden ontwikkeld, waarin zij tot drie keer toe trouwt en (wonderbaarlijk) op hoge leeftijd -buiten Maria- nog twee meisjes krijgt: Maria Cleophas en Maria Salomas. Deze laatste was de moeder van Jacobus de Meerdere en Johannes de Evangelist.

Anna was dus de stammoeder van een uitgebreid en heilig geslacht. Maar ook Anna had ouders: Emerentiana en Stollanus, uit de stam Juda. En een zuster Esmeria, die Efraïm trouwde. Uit hun verbintenis kwam Elisabeth voort, Maria's nicht en moeder van Johannes de Doper. In de 12e eeuw vervlecht men er nog een stamboom door: die van Elisabeth's broer Eliud. Via deze lijn kwam men aan St. Servaas. Al deze personen komen voor op een 15 eeuwse paneelschilderij in de St. Servaaskerk te Maastricht.

St. Annaverering
De Anna-devotie kent een eerbiedwaardige traditie, met de oudste sporen in het Byzantijnse rijk in de 6e eeuw. Drie eeuwen later begint men haar ook in onze gebieden te vereren.
Tegen het eind van de middeleeuwen groeit de cultus enorm, samenhangend met kerk en kloosterhervormingen en met de veranderde opvatting over de plaats van de vrouw binnen huwelijk en gezin in de christelijke huwelijksmoraal. Vrij laat trouwen en leven in een huisgezin (tot voor kort, de hoeksteen van de samenleving). De overgang van agrarische naar burgerlijke, stedelijke samenleving is daar van invloed op geweest.
Was Maria als moeder-maagd een bekoorlijk maar onbereikbaar ideaal, in Anna kon de kerk de vrouwen een veel menselijker toonbeeld van vroomheid, kuisheid en toewijding voorhouden. En onbewust bevredigde Anna het immer levende oer-idee van de moedergodin of de Grote Moeder.

Het meest verbreid was de cultus (met het hoogtepunt rond 1500) in de Nederlanden, het Rijnland en Noord-Frankrijk. In de 15de en 16de eeuw verrezen aan Anna gewijde kapellen en ontstonden bedevaartplaatsen. Het aantal Anna-altaren groeide spectaculair.
In deze tijd (ca. 1525) wordt ook "ons" beeld door de Meester van Elsloo vervaardigd.

Als grootmoeder van Jezus was Anna een machtige en begrijpende heilige. Niemand wist beter wat jonge vrouwen en (aanstaande) moeders voelden. Geen geschikter patrones van het huwelijk (en tevens van de celibatairen) dan zij.
'Naar Sint Annaken voor een manneken' luidde een bekende uitdrukking. Wie dat nog niet was gelukt zat "in Sint- Anna' s schapraai" (kast).

Verhalen beklemtonen dat vereerders van Anna er in allerlei opzichten wel bij voeren. Armoede veranderde zij in welvaart. Op het platteland werd Anna aangeroepen voor de vruchtbaarheid van gezin, gewas en vee. Zij beschermde binnenschippers en zeelieden en hielp tegen de pest. Geen wonder dat vroeger veel meisjes niet alleen Maria maar ook vaak Anna als doopnaam meekregen.
Deze Anna-devotie weerspiegelde zich in de beeldende kunst. Talloze beeldhouwers, schilders en graveurs uit de 15de en 16de eeuw namen de Heilige Maagdschap, het leven van Anna of van Maria, of scenes uit hun leven tot onderwerp.

Het meest gevraagd was de beeldengroep Anna-Te-Drieën (waar zoals gezegd Elsloo een prachtig voorbeeld van bezit), een compositie met Anna, Maria en het kind als groepje, ook wel Anna-trits genoemd. In deze beelden is Anna de voornaamste (bron 4)

Tegenbeweging
Een zo bloeiende Anna-cultus kon niet anders dan een tegenbeweging oproepen. In de loop van de 16de eeuw verdwijnt stilaan de machtige, grote moeder Anna en treden haar dochter en kleinzoon op de voorgrond. In de eeuwen daarna wordt ze weergegeven als een zorgzame moeder en opvoedster. Dit valt uit de schilder- en beeldhouwkunst van de 17e en 18e eeuw duidelijk af te lezen. In de 20e eeuw vlamt de Anna-cultus weer op, maar daarna raakt Anna snel in vergetelheid (bron 6)

Elsloo bewaard in het door haar gekoesterd beeld in de St. Augustinuskerk de herinnering aan deze eens zo rijke middeleeuwse cultus, waarin ook dit beeld zeker diep vereerd werd. Waar het in vroeger tijden stond is verder onbelangrijk, belangrijk is dat de St. Augustinuskerk een beeld bezit waar de gemeenschaptrots op kan zijn

Bronnen:
1,3,5: Gedenkboek uitgegeven bij het 100-jarig bestaan van de St. Augustinuskerk
2: De Bronk, April 1960
4,6: Kunstkroniek Financieel Dagblad 19 sept 1992

Bunkers S-53 en S-54 in Elsloo

  • Afbeeldingen | Bron: Guus Peters ©

kazemat S53 Elsloo

(klik voor vergroting op afbeelding)
Tijdens de verbreding van het Julianakanaal is men eind 2015 tegenover kasteel Elsloo op de restanten gestuit van kazemat S-53. Een van twee kazematten die in 1939 werden gebouwd ter verdediging van de brug van Elsloo.
Kazemat S-53 werd na de tweede wereldoorlog opgeruimd. De tweede kazemat S-54 staat nog steeds nabij de brug. Op de foto's de nu gevonden restanten van S-53.
In deze kazemat sneuvelde op 10 mei 1940 tijdens de Duitse inval soldaat Henricus Bremmers (lees meer>).
Wellicht zou een gedenkplaat op deze plaats gepast zijn. (Foto's Guus Peters)

De stichting IKL (Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg) heeft in nauwe samenwerking met het Streekmuseum Elsloo een infobord geplaatst bij de bunker uit de 2e wereldoorlog die tussen Julianakanaal en Maas ligt, net over de brug richting Meers.

Deze Nederlandse bunker, betonkazemat S-54 uit 1939, is een van de weinige tastbare bewijzen van de felle gevechten die hier bij de Duitse inval op 10 mei hebben plaatsgevonden.

Meer informatie over de oorlog verwikkelingen rond Elsloo kunt u krijgen in het streekmuseum. Kijk ook naar een interview met Harie Rouvrouye ⇢
Klik op de foto's voor een vergroting.

Kazemat1

 De tekst op het bord luidt:

Deze driemans-bunker, type 'stekelvarken', was onderdeel van het verdedigingsstelsel bij de brug over het Julianakanaal. Het is de laatste van de 45 betonkazematten die het Nederlandse leger in 1939-1940 als "Julianakanaal-linie" (onderdeel van de Maaslinie ) tussen Maastricht en Echt liet aanleggen.
Tijdens de Duitse aanval bestond de bemanning uit een soldaat die de mitrailleur bediende, diens assistent en een uitkijk die zorg moest dragen voor de ventilator tegen de kruitdampen.

De Duitsers konden niet over de brug omdat die om 5 uur 's morgens, vlak voordat de Duitsers in het dorp verschenen, door de Nederlanders was opgeblazen. Om 6.30 uur was de aanval voorbij. Er was een Nederlandse militair gesneuveld (Harrie Bremmers), een zwaargewond en enkelen lichtgewond. Aan Duitse kant waren geen verliezen. De bruggen in Stein, Urmond en Berg werden op datzelfde ogenblik ook overvallen door Duitsers in Nederlandse uniformen.

De Duitsers schoten negen granaten op de bunker in Elsloo. Alle inslagen raakten doel en zijn nog steeds zichtbaar. De mitrailleur werd daarbij uitgeschakeld.
Het Duitse leger trok vervolgens het kanaal, de Maas en Zuid-Willemsvaart en via Belgie naar Frankrijk. Gedurende vier dagen passeerden 14.000 infanteristen te voet Elsloo, aangevuld met 6.000 paarden met karren en kanonnen.

Het Nederlandse legeronderdeel dat de brug verdedigde, viel onder de Territoriaal Bevelhebber Zuid-Limburg, kolonel Govers.
Het Duitse legeronderdeel dat de aanval uitvoerde was de 18e infanteriedivisie, onderdeel van de legergroep van Von Bock

Op 1 september 1944 trokken Duitse troepen zich terug over de Maas en Julianakanaal. In het kanaal lagen op dat moment een aantal schepen die hier beschutting hadden gezocht. De vrachtschepen werden door de Duitsers en passant opgeblazen. Een schip legde men dwars in het kanaal om het als brug te gebruiken.
Op 18 september 1944 werd Elsloo door het Amerikaanse leger bevrijd.

Na de oorlog is de brug van Elsloo over het Julianakanaal niet hersteld maar gebruikt om de bruggen van Stein en Geulle te repareren. Pas in 1963 kwam de huidige brug tot stand.
Tot die tijd lag er onder aan de Maasberg ter vervanging een veerpont in het kanaal.

Kazemat2 

 Kazemat3